We blijven in de chicksferen van de blog van gisternacht. Op de één of andere manier is deze subcategorie binnen het geslacht 'vrouw' de laatste tijd nogal op hol geslagen. Zo was ik zaterdagavond (op -nacht, op -ochtend) heel gewoon met vrinden uit in de cafés in de buurt van de haven in Vlaardingen..
Rond twee uur, sluitingstijd, werden wij vriendelijk verzocht het eerste café te verlaten. Even de straat over en we waren binnen in het tweede café van de avond. Voor je jas aan een kledinghaakje betaalden we elk een euro (big business daar). Wij trokken onze jassen uit, terwijl daar een jongedame (iets jonger dan 25 jaar, schat ik) naast ons stond. Zij pakte zelf een kledinghaakje, wat niet bepaald de bedoeling is bij te betalen kledinghaakjes. Er ontstond reeds een gevoelige sfeer in het kleine halletje. Ze vroeg mij of ik wel genoeg hulp kreeg en ik antwoordde positief. Hierna kon zij natuurlijk niet nalaten te vertellen wat haar ervaringen met gehandicapten waren. Zo zou ze zelf met lichamelijk en geestelijk gehandicapten werken. Ze vroeg aan mij of ik hulp nodig had met mijn jas, en ik besloot vanwege haar aangeschoten uitstraling en de gevolgen die hierdoor groots konden worden, hierop in te gaan. Hard begon ze te trekken aan mijn mouw, maar tevergeefs. Ik besloot het toch maar aan een vrind over te laten, voordat ik daar met mijn nog zwakke rug op de grond lag.
Vanwege de mislukte poging tot hulp, wilde zij me naar een plaats achterin het café duwen. Hiervoor moest wel eerst een beveiligingsnegert van 2 bij 1 meter op zijn (in haar ogen) wangedrag tegen gehandicapten aangesproken worden, omdat hij haar tegenhield vanwege de drukte. Eenmaal ze deze beveiligingsnegert afgelost had en zijn excuses had laten aanbieden, vervolgden wij onze weg door de jungle der aangeschoten benen. Zo ongeveer 90% van deze jungle is gekapt, oftewel tegen bijna alle hielen en schenen van mensen in het café is wel aan gereden en vele boze blikken kregen we terug. Toen we aankwamen op de plaats van bestemming, vertelde zij nogmaals dat ze met gehandicapten werkte, hoe ze heette en in eigen woorden dat ze zo'n medelijden met me had. Ook zei ze dat het zo kut is dat je niet bovenaan iemands lichaam kan aantikken om ze uit de weg te laten gaan, maar dat hoogstens tegen iemands zij kan.
Ik was er wel klaar mee, en probeerde het gesprek af te sluiten. Ze deed nogmaals bij een vriendelijke jongeman herhalend voor hoe je iemand bovenaan zijn lichaam aantikt, en hoe je dat tegen zijn zij doet. Toen deze vriendelijke jongeman er ook wel klaar mee was en er iets van zei, waren de poppetjes echter aan het dansen. Blijkbaar leven die gehandicapten waar zij mee werkt op een markt, want het oergevoel van viswijf zijn kwam in haar naar boven. Zinnen als "en jij bent zeker ook zo'n asociale die niet met gehandicapten om kan gaan" en "jij bent er zo eentje die nooit opzij gaat, nou dan moet je oppassen mannetje" kwamen uit de eerst nog spontaan uitziende jongedame die alleen nog vrolijk aangeschoten leek. De vriendelijke jongeman wist niet waar hij het moest zoeken. Een andere vrind kwam er tussen, maar ook hij kwam er verbaal niet heelhuids vanaf. Ze vroeg aan me of ze vrinden van mij waren, waarop ik 'ja' zei en ze eindelijk wegliep. Later op de avond kwamen nog twee mannen heel gevaarlijk naar ons kijken, maar daar bleef het gelukkig bij.
En, jongens en meisjes, wat is nu het moraal van het verhaal? Rij zo hard mogelijk weg bij een aangeschoten jongedame die lief lijkt te zijn voor arme, gehandicapte jongetjes.
![]() |
| Loser zal van zijn eigen 'moraal van het verhaal' geleerd hebben |
N.B. Terwijl ik dit verhaal opschrijf, heb ik haar hyves-profieltje gevonden. :')


Geen opmerkingen:
Een reactie posten